Het oranjetipje
Vlinders zijn insecten. Ze hebben vier vleugels en drie paar poten. Je hebt dagvlinders, zoals het oranjetipje, die vaak opvallen door hun bonte kleuren, en je hebt nachtvlinders zoals de motten die ’s avonds rond een lichtbron fladderen. Die hebben een eerder donkere schutkleur.
Er zijn meer dan 160 000 soorten beschreven en je vindt ze over de hele wereld.
Er zijn hele kleine vlinders met vleugels die niet groter zijn dan een duimnagel en je hebt er die een vleugelwijdte hebben van meer dan 25 cm.
Een oranjetipje is een klein vlindertje van hooguit 4-5 cm vleugelwijdte.
Het begint allemaal met een oranje eitje dat ergens door een vrouwtjesvlinder op een stengel van een waardplant wordt achtergelaten. Deze plant is de voedselbron voor het eitje. Na anderhalve week komt uit het ei een groene rups tevoorschijn met een opvallende witte streep over het hele lijf. De rups voedt zich met de bloemblaadjes en de hauwtjes van de bloem. Na enige tijd verplaatst de rups zich naar een andere struik of plant en vervormt tot een pop. De pop ziet er uit als een ‘stekel’ op de stengel van de plant. Ze is dus niet makkelijk te herkennen.
Zo is de pop prima gecamoufleerd en beschermd om de winter door te komen.
In het voorjaar ontpoppen de vlinders zich en in april en mei kan je de oranjetipjes spotten. Witte vrouwtjes en mannetjes met een diep oranje vlek op de voorvleugel.
Ze houden zich bij voorkeur op in de buurt van pinksterbloemen (zie foto), judaspenning en look zonder look.



Klein natuurwonder
Vlinders zijn onschuldige dieren. Ze steken of bijten niet zoals muggen, bijen en wespen. Ze hebben geen kaken om te bijten of te kauwen en ze hebben geen angel. Ze voeden zich met nectar uit bloeiende bloemen.
Op hun hoofd hebben ze twee antennes die de geur van de bloemen oppikken. Zo vinden ze de weg naar de lekkerste bloemen. Vlinders smaken niet zoals de mens met hun tong maar met hun pootjes. Als ze op de bloem gaan zitten proeven ze dan ook onmiddellijk het voedsel. Met hun lange roltong kunnen ze dan tot diep in bloemen nectar opzuigen.
Terwijl ze zuigen komt het stuifmeel van de bloem op hun poten en vleugels terecht. De vlinders nemen dit stuifmeel in hun vlucht mee en laten het dan achter op de stampers van andere bloemen. Zo kunnen vruchtjes ontstaan die door de wind mee genomen worden en nieuwe bloemen worden. Vinders spelen in de natuur dus best een belangrijke rol.
Veel dank aan natuurfotografen René Vos, Philippe Mothiron en Silvia Reich voor de prachtige foto’s.